1313-faunahuis-logo-430x550-dgrn
Vogel- en vleermuisdakpannen
Veel vogelsoorten vinden traditioneel een onderkomen in de dakbekleding van onze woningen. Naargelang de aard van de dakbedekking kunnen dat natuurlijke materialen, zoals stro of riet, zijn maar steeds vaker werden ook holten achter dakpannen door de dieren gevonden. Dakpannen daken bleken ook voor gebouwbewonende vleermuizen een geschikte schuilplek. Vogels en vleermuizen vonden een toegang langs verluchtingsopeningen, oversteken en gaten en kieren van opstaande of verschoven dakpannen. Moderne daken zijn in dat opzicht aangepast en vertonen nog maar zelden dergelijke kleine gebreken. Als alternatief hebben enkele steenbakkerijen speciale dakpannen voor specifieke vleermuizen- en vogelsoorten gemaakt. Die zijn voorzien van een invlieg- of doorkruipopening die toegang verschaft tot het onderdak of tot een kleine omsloten dakruimte. De grootte en uitvoering verschilt naargelang de beoogde soorten: voor vleermuizen volstaan smalle en vlakke openingen; terwijl voor vogels in opstandjes ronde (voor huismus) dan wel ovale (voor gierzwaluw) gaten worden opengehouden. Voor grotere vogelsoorten zoals steenuil en kauw bestaan zogenaamde “uilenpannen” met een grote en hoge opening.
Vogel- en vleermuisdakpannen
Veel vogelsoorten vinden traditioneel een onderkomen in de dakbekleding van onze woningen. Naargelang de aard van de dakbedekking kunnen dat natuurlijke materialen, zoals stro of riet, zijn maar steeds vaker werden ook holten achter dakpannen door de dieren gevonden. Dakpannen daken bleken ook voor gebouwbewonende vleermuizen een geschikte schuilplek. Vogels en vleermuizen vonden een toegang langs verluchtingsopeningen, oversteken en gaten en kieren van opstaande of verschoven dakpannen. Moderne daken zijn in dat opzicht aangepast en vertonen nog maar zelden dergelijke kleine gebreken. Als alternatief hebben enkele steenbakkerijen speciale dakpannen voor specifieke vleermuizen- en vogelsoorten gemaakt. Die zijn voorzien van een invlieg- of doorkruipopening die toegang verschaft tot het onderdak of tot een kleine omsloten dakruimte. De grootte en uitvoering verschilt naargelang de beoogde soorten: voor vleermuizen volstaan smalle en vlakke openingen; terwijl voor vogels in opstandjes ronde (voor huismus) dan wel ovale (voor gierzwaluw) gaten worden opengehouden. Voor grotere vogelsoorten zoals steenuil en kauw bestaan zogenaamde “uilenpannen” met een grote en hoge opening.

Vogel- en vleermuisdakpannen zijn doorgaans leverbaar voor verschillende dakpantypes en -uitvoeringen. Door de regel worden ze gemaakt uit gebakken klei, keramiek of beton. Plaats nestdakpannen in één of meerdere groepjes bij elkaar op een oostelijke en noordelijke dakhelling. Omdat de keuze vaak beperkt is, raden we aan om voor vogel- en vleermuisdakpannen ook gebruik te maken van dakpantypen die voor andere doeleinden zijn bestemd zoals voor het doortrekken van kabels of verluchting. Ze zijn te vinden onder benamingen zoals “stadsuitlooppan”,  “ventilatiepan” of “doorvoerpan”. Ze worden voorzien van vogelgaas of een tandenstructuur die inkruipen of invliegen verhindert. Door evenwel het gaas geheel of gedeeltelijk weg te halen of de tanden weg te slijpen, wordt de dakpan alsnog toegankelijk. Benut verder ook de mogelijkheden die nok- en vorstpannen bieden. Eindvorsten, boeiboorden en (knik)gevelpannen kunnen zowel van een opening worden voorzien als onderaan een uitsparing krijgen die invliegen mogelijk maakt.

Vogelsoorten die het vaakst nestelen onder dakpannen zijn huismussen en gierzwaluwen. Grotere dakruimten kunnen evenwel via grotere dakpanopeningen toegankelijk worden gemaakt voor andere soorten zoals steenuil, witte kwikstaart of zwarte roodstaart. Daarom maken we onderscheid tussen vlakke of gegolfde en bolle dakpannen. Bij vleermuizen zijn er eveneens meerdere soorten die van daken gebruik maken.


b. Stadsuitlooppan - bedoeld voor
kabels en ontdaan van
invliegbeveiliging


Gierzwaluwendakpan


Huismussendakpan


Monier (BMI - Wienerberger)

De gierzwaluwen- en huismussendakpan wordt geleverd met een afzonderlijk bakje waarvan gebleken is dat het niet geschikt is voor toepassing vermits het onvoldoende diepte heeft waardoor nestelende vogels te dicht onder de dakpannen zitten en bij warm weer kunnen oververhitten. Men moet daarom zelf (diepere) nestruimten onder de betrokken dakpannen voorzien of deze enkel toepassen op schaduwrijke plekken. Gebruik voor gierzwaluwen is in dat geval beperkt.

De mussendakpotten zijn momenteel niet meer verkrijgbaar maar komen allicht later opnieuw in productie. Deze zijn zowel met als zonder bodem beschikbaar.

https://www.checklistgroenbouwen.nl/maatregelen/maatr-details/nestpan

2. Oude huifpannen (bedoeld voor dakverluchting)
3. xxx
e. Type x
f. Type x
4. Laumans
g. Holle vleermuizendakpan
h. Vlakke vleermuizendakpan
5. Koramic (Wienerberger)

Meer lezen

Demonstratieroute

Deze site gebruikt cookies