1313-faunahuis-logo-430x550-dgrn
Insectenhotels – welke materialen werken en welke niet
welke materialen werken Er zijn tal van insectenhotels verkrijgbaar en de meeste zijn standaard opgebouwd uit enkele vaste onderdelen. Daarbij wordt steevast gestreefd naar veelzijdigheid zodanig dat tal van insecten er een onderkomen (kunnen) vinden. Veel onderdelen functioneren evenwel in de praktijk niet of zijn weinig efficiënt. Insectenhotels met een grote verscheidenheid aan nest- en verstopplaatsen verkopen evenwel beter maar zijn geenszins functioneler. Laat je daarom niet verleiden en kies voor eenvoudige en aangepaste insectenvoorzieningen. Ook de afwerking laat vaak te wensen over: holle stengels met scherpe randen beschadigen insectenvleugels of de openingen zijn veel te groot en de holten te ondiep om bruikbaar te zijn. Het is maar een voorbeeld van een veel voorkomend euvel. Hou er ook rekening mee dat insectenvoorzieningen enkel functioneren wanneer vlakbij ook voldoende voedsel aanwezig is.

Elders op de website geven we een overzicht van materialen en uitvoeringen die disfunctioneel zijn. > link naar ‘Insectenhotels – welke materialen werken niet?’. Hier gaan we in op de belangrijkste elementen van een goed functionerend insectenhotel.
Met dank aan Werner David van de Duitse website Wildbienen

1. Holle stengels. Veel insecten vinden een nestplek in holle, al dan niet merghoudende, stengels. Doorgaans worden de stengels horizontaal geplaatst niettegenstaande dit tegennatuurlijk is voor veel stengelbewonende insectensoorten. We pleiten daarom voor een combinatie van zowel verticaal als horizontaal geplaatste stengels en een mengeling van zowel merghoudende als open stengels.
Planten met voor insecten geschikte holle stengels zijn o.a.:

inheemse soorten
• braam – diverse soorten
• bijvoet
• distel – diverse soorten
• engelwortel
• fluitenkruid
• framboos
• gewone berenklauw
• gewone vlier
• grote/kleine klis
• hartengespan
• heggenroos
• kleine/grote kaardenbol
• koningskaars
• riet
• teunisbloem
• valeriaan

uitheemse soorten / tuinsoorten / gewassen
• bamboe (Fargesia spec.) – diverse soorten
• daglelie (Hemerocallis spec.) – diverse soorten
• fazantenbes (Leycesteria formosa)
• Japanse duizendknoop (Fallopia japonica)
• jasmijn (Jasminum)
• lavas (Levisticum officinale)
• reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera)
• rogge (Secale cereale)
• schoepkruid (Cephalaria gigantea).
• venkel (Foeniculum vulgare)
• vlinderstruik (Buddleja davidii)
• witte mosterd (Sinapis alba)
• zonnebloem (Helianthus annuus)

Stengels kunnen zowel individueel als gebundeld dan wel in combinatie met andere materialen worden gebruikt. Gebruik dunwandige stengels enkel gemengd met dikwandige stengels in – al dan niet omhulde – bundels, vermits vogels ze gemakkelijk kunnen openen en het broed opeten. Sommige soorten worden door bepaalde soorten gemakkelijker aangenomen dan andere. Bramen zijn doorgaans erg geliefd terwijl vlierstengels eerder zelden door insecten worden aangenomen.

Om predatie door o.m. spechten te voorkomen, span je best een stukje fijnmazig gaas op enkele centimeters voor of rondom de stengels. Bussels of individuele stengels worden in een kast geplaatst of met draad, jute of sisal aan een in de grond verankerde stok of staaf of aan een muur, draadomheining of (houten) wand bevestigd; zo nodig kan voor de bevestiging ook een kabelbinder worden gebruikt.

2. Houtblokken.
xx

3. Dood hout.
xxx

4. Stenen.
xxx

5. Leemwanden.
xxx

6. Kunstmatige voorzieningen.
xxx

7. Papieren kokertjes.
xxx

Deze site gebruikt cookies